|
Hier wonen de mammie en pappie van Alyana. Ze kweken fazanten. Vorig schooljaar zijn we hier ook geweest. Toen waren de fazanten nog kleine kuikentjes. We zijn benieuwd hoe groot ze geworden zijn? | |
|
|
Op weg naar de fazanten. |
|
Hé waarom stoppen wij? |
|
Er zitten paardjes in de wei. |
|
Ze komen dichterbij. |
|
Ze zijn nieuwsgierig. |
|
Ooooo... wat zijn ze lief! |
|
Dag paardje, mag ik je aaien? |
|
Eerst eens kijken van achter de afsluiting.
Waar zijn de fazanten? |
|
Goed kijken, ze zitten verstopt tussen de maïs. |
|
Eentje komt er kijken, wat is de fazant groot geworden! |
|
We zullen de fazanten eens van dichtbij bekijken.
We gaan de volière binnen. |
|
Hé wie komt daar op de tractor aangereden? |
|
Wat eten de fazanten? |
|
Kijk juf, zegt Maure, "een maïskolf". |
|
Wat eten ze nog meer? |
|
Kijk de fazant heeft een bril op! |
|
En hoe voelt een fazant? |
|
Wat zijn de veren mooi. |
|
We mogen van mammie en pappie op de tractor.
Dat vinden we supertof! |
|
Terug naar school. |
|
We hebben er honger en dorst van gekregen. |
|
De wafeltjes en sapjes kregen we van mammie en pappie. | |
|
Hartelijk dank!
De vlindertjes bedanken jullie ook voor de leerrijke ervaring.